Asset management bepaalt de bedrijfsresultaten en concurrentiekracht

Globaal evolueert het productielandschap steeds verder waardoor de wereld enorm zal veranderen. Traditionele westerse bedrijven dienen in het bijzonder te concurreren tegen opkomende industrieën uit ontwikkelingslanden. Het marktaandeel van opkomende landen in de mondiale economie wordt immers steeds groter. Deze ontwikkelingslanden zullen als economische grootmachten ontwaken en het globale economische landschap volledig hertekenen.

De nieuwkomers hebben bepaalde voordelen, waardoor het moeilijker is om hen te beconcurreren. Voor de nieuwe economieën gelden bijvoorbeeld nog andere arbeidsvoorwaarden, minder beperkende milieuvoorschriften, … Bovendien opereren ze in grote opkomende markten waardoor ze over grote kosten- en schaalvoordelen beschikken. Westerse bedrijven proberen op verschillende manieren voorsprong te houden in de gebieden van R&D, goede distributiekanalen, marketing, productiemethoden,…

De focus zal in meerdere bedrijven dus meer komen te liggen op een degelijk ‘asset management’ voor materiële activa, met inbegrip van de maximale eliminatie van storingsbronnen of onverwachte stilstanden in het productieproces. De betrouwbaarheid en het onderhoud van de productie-installaties zullen dus nog meer centraal komen te staan.

De belangrijkste verschillen in de prestaties tussen traditionele westerse bedrijven en de industrie uit de grote opkomende markten zullen niet het gevolg zijn van de gebruikte technologie in het productieproces maar in cultuur en management. Technologie is immers beschikbaar voor alle producenten ter wereld. De beste bedrijven zullen steeds beter worden.Anderen zullen verder achterop geraken.

Asset management verhoogt de betrouwbaarheid

De Britse norm BSI Pas 55 is een standaard voor ‘asset management’ welke 28 aspecten toelicht van goed ‘asset management’, van levensduurstrategie tot het dagelijks onderhoud (kosten – risico – prestatie). In navolging van deze norm is de norm ISO 55000 ontwikkelt die compatibel is met ISO 9001 voor kwaliteitsmanagement, ISO 31000 voor risicomanagement en ISO 14001 voor milieumanagement. ISO 55000 is ook compatibel met OHSAS 18000 voor veiligheid en gezondheid op het werk.

Een hoge betrouwbaarheid van de installaties en ‘onderhoudspraktijken van wereldklasse’ zullen mee de onderscheidende factoren worden. Deze factoren zijn van vitaal belang voor een succesvolle en winstgevende productie. In vele bedrijven bestaan er echter op dit vlak nog altijd mogelijkheden tot verbetering. Sommige bedrijven voorzien een asset-manager die rechtstreeks rapporteert aan de CEO.

Actuele vervangingswaarde en onderhoudskosten

Wanneer de onderhoudskosten als percentage van de ‘Plant Replacement Value’ – PRV (vervangingswaarde van het bedrijf) of Replacement Asset Value – RAV (vervangingswaarde/inventariswaarde van de assets – lees middelen of machines) onder de 2% blijven, dan kan men spreken over een behoorlijk resultaat. Door toepassing van juiste processen, gereedschappen, vaardigheden, kennis en mentaliteit in de onderhoudsafdeling kan men 3% RAV bereiken. 2% RAV kan men bereiken door toepassing van juiste processen, gereedschappen, vaardigheden, kennis en mentaliteit bij de onderhoudsafdeling en productie. 1% is haalbaar door een totaal nieuwe instelling en paradigma binnen het gehele bedrijf over het ontwerp, exploitatie en beheer van de onderneming.

Wanneer men erin slaagt om de onderhoudskosten tot 1% van RAV te brengen behoort men tot betere bedrijven. Bij een lagere onderhoudskost kan zelfs de beschikbaarheid van een machinepark toenemen tot meer dan 99%. Hierdoor zal de productiviteit van de installatie uiteraard toenemen. Er zijn gevallen waarbij een verbetering van 1% van de beschikbaarheid van het machinepark correspondeert met 10% vermindering van onderhoudskosten. Het is duidelijk dat deze inspanningen een groot effect hebben op de bedrijfsresultaten. De omzet kan toenemen door een verhoogde productiecapaciteit terwijl de onderhoudskosten dalen. Dit heeft een grote impact op de nettowinst van het bedrijf.

Een hoge onderhoudskost kan veroorzaakt worden door omgevingsfactoren, verkeerde bediening, slechte onderhoudspraktijken, slecht ontwerp, …Onbetrouwbaar functionerende machines dragen bij tot hoge operationele kosten. Bij 10% RAV zou theoretisch de totale onderhoudskost na 10 jaar gelijk zijn aan de prijs van een nieuwe fabriek.

Bepalen van RAV

Onderhoudskosten als percentage RAV is een veelgebruikte indicator voor vergelijking van operationele prestaties.

De RAV is de kost om het bestaand bedrijf (of productiemiddel) te vervangen met nieuwe, identieke toestellen. Je kan de RAV verfijnen door rekening te houden met inflatie, index, …

Een exacte kopie van het bedrijf is onmogelijk omdat machinefabrikanten hun ontwerpen aanpassen, kostprijzen wijzigen van arbeid en grondstoffen, … De RAV moet een indicatieve waarde zijn die minder dan 10% afwijkt van de huidige waarde. Na verloop van tijd dienen de RAV’s dus geactualiseerd te worden.

Voor bedrijven ouder dan 10 jaar is het moeilijker om de RAV te bepalen. Men kan niet volledig de boekhoudkundige waarde nemen omdat men een actuele waarde dient te gebruiken. Een alternatieve methode is het gebruik van de verzekerde waarde (IAV – Insured Asset Value). Ook kan men de actuele vervangingswaarde van soortgelijke bedrijven als basis gebruiken voor de schatting van de RAV, gecorrigeerd met de gemiddelde inflatie. De RAV is nooit een juist cijfer omdat men geschatte waarden gebruikt die aan verandering onderhevig zijn.

% RAV is een ondersteunende indicator om de problemen in het bedrijf te helpen detecteren of te begrijpen. Voor de interpretatie van de % RAV kan men het bedrijf verder indelen in statisch en bewegend equipement, nutsvoorzieningen, gebouwen, enz. Statisch equipement vraagt meestal minder onderhoud.

Gestandaardiseerde KPI’s voor betrouwbaarheid van de installaties en onderhoud

De invoering van gestandaardiseerde KPI’s voor betrouwbaarheid van de installaties en onderhoud heeft een wereldwijde invloed gehad op de wijze hoe betrouwbaarheid en onderhoud wordt gemeten en vergeleken. De harmonisatie van de norm EN 15341 ontwikkeld door ‘European Federation of National Maintenance Societies (EFNMS)’ met de indicatoren van de ‘Society for Maintenance and Reliability Professionals (SMRP)’ maken zinvolle vergelijkingen mogelijk, ongeacht de productielocatie.

Zoekt u een interim-manager met technische kennis? Contacteer ons dan vandaag.